- veld
- {{veld}}{{/term}}1 [algemeen]champ 〈m.〉2 [open land] campagne 〈v.〉3 [afgeperkt terrein] terrain 〈m.〉 〈ook figuurlijk〉4 [schaakbord] case 〈v.〉5 [deelnemers aan een sportprestatie] participants 〈m., meervoud〉♦voorbeelden:1 sterven op het veld van eer • mourir au champ d'honneurin geen velden of wegen was er iemand te zien • on n'apercevait âme qui vivemagnetisch veld • champ magnétiqueeen veld met tarwe • un champ de bléop het veld werken • travailler aux champshet leger te velde • l'armée en campagnetegen iets te velde trekken • se mettre en campagne contre qc.2 in het open veld wandelen • se promener dans la campagne3 het veld van zijn activiteiten • le champ de ses activitéshet veld behouden • rester maître du terrain 〈ook figuurlijk〉het veld ruimen • abandonner le terrain; 〈figuurlijk〉 lever le campveld winnen • 〈ook figuurlijk〉 gagner du terrainin het veld zijn • être sur le terraineen speler uit het veld sturen • exclure un joueur〈figuurlijk〉 de mensen uit het veld • les gens qui travaillent sur le terrain5 het veld was sterk bezet • les participants étaient de première force¶ zich nergens door uit het veld laten slaan • avoir un aplomb à toute épreuveuit het veld slaan • 〈letterlijk〉 mettre en déroute; 〈figuurlijk, verlegen〉 décontenancer; 〈in de war〉 dérouter
Deens-Russisch woordenboek. 2015.